Sinds 1 juli 2023 geldt er een gewijzigde meldingsplicht voor buitenlandse uitzendkrachten in Duitsland. Voorheen moest de inlener deze melding doen, samen met een verklaring over naleving van Duitse minimumarbeidsvoorwaarden.
Nederlandse bedrijven die werknemers naar Duitsland uitzenden, moeten zich ook bewust zijn van de Duitse uitzendwet (Arbeitsüberlassungsgesetz, AÜG). Hierbij is een vergunning vereist, in eerste instantie geldig voor een jaar en later omzetbaar naar onbepaalde tijd na drie jaar naleving in Duitsland. Naleving van deze regels is cruciaal om boetes en vergunningintrekking te voorkomen.
Allereerst is het belangrijk om te controleren of de uitzendwet van toepassing is. Dit is het geval wanneer er sprake is van een "Arbeitnehmerüberlassung". Dit betekent dat een partij (de uitlener) een werknemer voor een bepaalde tijd ter beschikking stelt aan een andere partij (de inlener) om werkzaamheden uit te voeren. De werknemer moet hierbij werken binnen het bedrijf van de uitlener. Het gezag (dus zeggenschap leiding en toezicht over hoe, waar en wanneer gewerkt wordt) gaat gedeeltelijk op de inlener over.
Als een Nederlands bedrijf zijn werknemers met een “Werkvertrag” of “Dienstvertrag” naar een Duitse opdrachtgever stuurt, is de AÜG niet van toepassing. `Werkverträge´ of `Dienstverträge´ moeten in dit geval vanzelfsprekend wel zoals afgesproken nageleefd worden. Als het contract en de feitelijke uitvoering ervan met elkaar in tegenspraak zijn, is de feitelijke uitvoering doorslaggevend voor de juridische classificatie van het contract. Met name mag de opdrachtgever geen gezag over de medewerkers uitoefenen, omdat anders sprake zou kunnen zijn van verkapt uitzenden. Dit kan boetes t/m € 30.000 voor zowel de (verkapte) uitlener als ook de (verkapte) inlener tot gevolg hebben.
Deze wet vereist dat een overeenkomst als "Arbeitnehmerüberlassungsvertrag" wordt aangeduid. Het moet expliciet worden vermeld in de overeenkomst dat het gaat om het uitlenen van personeel, anders kunnen er boetes worden opgelegd aan zowel de inlener als de uitzendende partij.
De overeenkomst tussen het uitzendende bedrijf en het inlenende bedrijf moet persoonlijk worden ondertekend. Een digitale handtekening is alleen voldoende als het een zgn. qualifizierte elektronische Signatur conform het Duitse Signaturgesetz is.
Let op: De meeste programma's die in de praktijk door Nederlandse bedrijven worden gebruikt (bijv. Docusign) voldoen niet aan de hoge formele eisen van een qualifizierte elektronische Signatur.
Bovendien moet de uitgezonden werknemer vooraf met naam genoemd worden en moet de werknemer vooraf duidelijk op de hoogte zijn gebracht van zijn status als uitzendkracht. Dit vereist nieuwe documentatie in de personeelsdossiers. Let op dat de vergunningsplicht vaak ook van toepassing is binnen een concern. Het is overigens niet toegestaan om werknemers door te lenen in Duitsland.
De maximale duur voor het uitlenen van een werknemer is vastgesteld op 18 maanden bij dezelfde werkgever, tenzij in de cao van de inlener een langere periode is toegestaan (bijv. 48 maanden in de Duitse metaal-cao voor uitzendkrachten). Daarna gaat de arbeidsovereenkomst conform artikel 10, lid 1 AÜG automatisch over naar de inlener, tenzij de uitzendkracht binnen één maand formeel verweer aantekent. Pas na een onderbreking van meer dan drie maanden wordt een nieuwe 18-maands termijn in gang gezet.
Vanaf het begin moet Equal Treatment en Equal Pay worden toegepast. De uitzendkracht heeft dus recht op hetzelfde loon en dezelfde secundaire arbeidsvoorwaarden als een werknemer in een vergelijkbare functie in vast dienstverband bij de inlener (equal pay/equal treatment). Hiervan kan alleen in de eerste negen maanden worden afgeweken als de uitzendende partij de uitzend-cao volgt, die erkend wordt door de Bundesagentur für Arbeit. Dat zijn in Nederland op dit moment slechts de ABU- of NBBU-cao. De inlener moet van toepassing zijnde equal-treatment/equal-pay-voorwaarden ook vooraf schriftelijk aan de uitzendende partij meedelen. De uitzendkracht dient hiervan een kopie te ontvangen.
Om de Duitse douane in staat te stellen te controleren of de buitenlandse uitlener deze verplichtingen daadwerkelijk nakomt, heeft de Duitse wetgever buitenlandse uitleners verplicht om tijdens hun activiteiten in Duitsland voor alle uitzendkrachten Duitstalige arbeidscontracten, urenregistraties, salarisstroken en bewijzen van betaling van het nettoloon beschikbaar te houden.
Wie zich niet aan de regels van de wet op “Arbeitnehmerüberlassung” houdt, kan op een flinke boete rekenen. Formfouten, bijv. het niet, niet juist of niet op tijd indienen van de verplichte melding of niet beschikbaar houden van de vereiste documentatie kunnen leiden tot boetes t/m € 30.000. Het niet naleven van de voorgeschreven equal pay/equal treatment-regelingen kan zelfs resulteren in boetes tot € 500.000. De boetes kunnen zowel de uitzendende partij als ook de inlener worden opgelegd. Bovendien kan dit leiden tot intrekking van de vergunning van de uitlener.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Nicki Welchering, Rechtsanwalt, welchering@alpmann-froehlich.de, 0049 – 157 - 36160375